Jacques Brel’s “Askoy II” vaart straks vanuit Zeebrugge de wereld rond

U bent hier

Onlangs kwam Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele in Zeebrugge aankondigen dat de procedure werd opgestart om de “Askoy II”, het voormalige zeiljacht van Jacques Brel, te erkennen als beschermd varend erfgoed. Het wrak werd in 2008 door de Blankenbergse gebroeders Staf en Piet Wittevrongel in Nieuw Zeeland opgegraven en naar Vlaanderen gerepatrieerd. Na een hobbelige restauratietocht wordt het prachtige jacht op 8 april 2022 in Zeebrugge te water gelaten en zal het straks opnieuw de wereldzeeën bevaren.

Het waren de gebroeders Wittevrongel die aan de wieg stonden van de vereniging die de repatriëring en de restauratie van de “Askoy II” in goede banen zou leiden. 

Met 18,66 meter lengte en tien slaapplaatsen was de “Askoy” bij het in de vaart brengen in de jaren 60 het grootste zeiljacht in het land. Het werd ook opgenomen in de lijst van de twintig mooiste zeiljachten ter wereld. Het werd destijds ontworpen en gebouwd voor rekening van de Antwerpse ingenieur/architect Hugo Van Kuyck. Het werd genoemd naar een eiland voor de kust van het Noorse Bergen waar Van Kuyck graag vertoefde.
Jacques Brel kocht het jacht van Van Kuyck in 1974. Hij ging ervan uit dat een nieuwe naam ongeluk zou brengen en voegde “II” toe aan de naam “Askoy”. Jacques Brel kwam bij de familie Wittevrongel terecht die als zeilmakers het jacht optuigden. Jacques Brel stak met de “Askoy II” van wal om uiteindelijk in de Markiezen-archipel te landen. Toen Brel in 1978 ziek werd, verkocht hij “zijn boot”. Na heel wat omzwervingen en avonturen kwam het jacht uiteindelijk als wrak op een strand te liggen in Nieuw Zeeland.

De gebroeders Wittevrongel, samen met een schare enthousiastelingen, hadden intussen de vereniging “Save Askoy II” opgericht en alles verliep vanaf toen via die vereniging. Dankzij uitgesproken steun van belangrijke privé bedrijven kon een puik resultaat worden bereikt. Zo konden zij de Chinese rederij Orient Overseas Container Line (OOCL) overtuigen om het wrak gratis naar Antwerpen over te varen. Maar dan begon nog alle werk. Het casco werd op de scheepswerf vzw Maritieme Site Oostende gezandstraald, maar toen ging de werf failliet. In 2010 nam de Nieuwe Scheldewerven in Rupelmonde de taak over, maar ook die werf ging al vlug ten onder. Het havenbestuur van de Zeebrugge (MBZ) bracht soelaas door de restaurateurs voor vijf jaar een loods ter beschikking te stellen aan het Prins Filipsdok. Voorwaarde was wel dat de “Askoy II”, eens terug in de vaart, Zeebrugge als thuishaven zou krijgen.
Het zeiljacht wordt vanaf de lente van volgend jaar officieel een varend uithangbord van de haven van Zeebrugge. Groepen van bijvoorbeeld bedrijven en verenigingen zullen het kunnen bezoeken en zelfs mee zeilen. “We denken ook aan een functie als drijvend bed & breakfast en we dromen van een reis naar Brels geliefde Markiezen-archipel”, aldus Staf Wittevrongel.

 

TEKST: F. Neyts
FOTO's: Roel Jacobus
8 juli 2021

 

Dit artikel delen: LinkedIn Facebook