Met een grote opkomst tijdens de APZI Port Lunch van 5 december 2025, waaronder Jacques Vandermeiren (CEO Port of Antwerp-Bruges) en burgemeester Dirk De fauw, werd opnieuw duidelijk hoe belangrijk het thema ‘modal shift’ en de ontwikkeling van spoorinfrastructuur is voor onze haven en de bredere regio.
Gastspreker Jochen Bultinck (COO Infrabel) ging dieper in op de strategische rol van Lijn 77 als goederencorridor tussen de Vlaamse havens en het Europese hinterland. Zijn presentatie maakte duidelijk dat Lijn 77 veel meer is dan een infrastructuurproject: het is een noodzakelijke hefboom voor mobiliteit, duurzaamheid en competitiviteit.
Modal shift: noodzaak voor mobiliteit en milieu
Bultinck startte met het strategische kader. Volgens hem is modal shift geen modewoord, maar een antwoord op meerdere uitdagingen tegelijk. Één goederentrein vervangt maar liefst 56 vrachtwagens, wat overeenkomt met 140 personen-auto-equivalenten. Daarmee wordt het snelwegennet aanzienlijk ontlast, terwijl spoorvervoer betrouwbaarder blijft dan wegtransport, zeker in tijden van toenemende filedruk.
Ook vanuit duurzaamheid is de nood hoog. Europese regelgeving legt de lat scherp: tegen 2030 moet het goederenverkeer met 50% toenemen, en tegen 2050 moet het goederenvervoer per spoor verdubbelen. Vlaanderen streeft via het Beleidsplan Ruimte bovendien naar 0% extra verharding, waardoor nieuwe wegen geen oplossing meer bieden. De invoering van ETS2 in 2027, waarbij transportbedrijven uitstootrechten moeten kopen, zal het wegtransport bovendien duurder maken.
Beperkingen voor binnenvaart en het ondernemersperspectief
De binnenvaart zit eveneens onder druk: de Ringvaart van Brugge botst tegen haar capaciteitslimieten en estuaire vaart blijft een nichetoepassing. Ondernemers hebben nood aan betrouwbare, schaalbare alternatieven om een reverse modal shift, terugkeer naar wegtransport, te vermijden.
Inspiratie uit Nederland: de Betuweroute
Bultinck verwees naar de Nederlandse Betuwelijn, die ondanks flinke oppositie en aansluitingsproblemen in Duitsland is uitgegroeid tot een robuuste economische levensader voor de haven van Rotterdam.
Met 115 treinen per dag, goed voor zo’n 6.440 vrachtwagens-equivalent, toont deze lijn welk potentieel er schuilt in een performante spoorcorridor.
Lijn 77: een sleutelproject in de Vlaamse goederen-as
In het tweede deel belichtte hij de strategische ligging van Lijn 77, die de Vlaamse havens verbindt met grote Europese goederenassen zoals de 3RX-verbinding, de Waalse corridor Athus–Meuse en de Franse Artère Nord-Est.
Lijn 77 versterkt zo de internationale doorstroming van goederen en creëert nieuwe hinterlandmogelijkheden.
Fasering van het project
Jochen schetste drie belangrijke fases:
- Fase 1: aansluiting van Zelzate op L204 en integratie met het ECA-project in Beveren.
- Fase 2: realisatie van de verbinding richting Zeebrugge, essentieel voor een directe havenontsluiting.
- Fase 3: de bouw van een tunnel onder het zeekanaal, cruciaal voor een robuuste, conflictvrije spoorverbinding.
Samenwerking als sleutel
Bultinck sloot af met een duidelijke boodschap: modal shift vergt méér dan infrastructuur. Het vraagt om structurele samenwerking tussen verladers, terminals, infrastructuurbeheerders en beleidsmakers.
Concepten zoals rolling highway, vertreinbare containers of inlandse intermodale hubs zijn mogelijke pistes, maar kunnen enkel werken binnen een breed gedragen dialoog.
Bron artikel: Apzi-Voka
Bron afbeeldingen: Apzi-Voka


Jochen Bultinck licht de strategische waarde van Lijn 77 toe